Nog steeds plezier na 25 jaar ondernemerschap

Vandaag is het 1 april 2024 en dat betekent dat ik precies 25 jaar ondernemer ben. De dag dat ik CSD Agrarische Dienstverlening oprichtte, later CSD Dienstverlening, na 10 jaar bij de Agrarische Bedrijfsverzorging (tegenwoordig AB). Begonnen als ZZP’er in de agrarische sector bij loonwerkbedrijven en in de grond- weg- en waterbouw. Daarna doorgegroeid in detachering en verhuur van eigen personeel en ingehuurde krachten, terwijl ik mezelf ook bleef inzetten als (agrarisch) dienstverlener.

In 2011 kwam aan die vorm van dienstverlening een abrupt einde door ziekte. Van dat moment ben ik fysiek beperkt en kon ik de werkzaamheden die ik gewend was te doen (Melken, grondwerk, trekkerwerk, kuil- en grondmonsters nemen) niet meer doen. Vanaf dat moment heb ik me gericht op andere interesses en waar ik dacht goed in te zijn. Ik begon met het bouwen van kleine websites, ging ouderen helpen met hun IT achterstand en privé mengde ik me voorzichtig in de politiek. Tot op een dag Gerdine een oproep zag om als verslaggever aan de slag te gaan bij het toenmalige Westfries Weekblad. Dat was de eerste stap in de journalistiek wat inmiddels de hoofdmoot van mijn inkomen is. Een mooi voorbeeld van een kans die voorbij komt en die je pakt zonder op dat moment te overzien dat het belangrijk voor je gaat worden. En niet onbelangrijk; ik blijf op deze wijze betrokken bij mijn geliefde agrarische sector waardoor ik ook goed op de hoogte blijf van wat er allemaal gebeurt.

Terugkijkend ben ik blij dat ik ondernemer ben geworden. Ik heb door de jaren met ontzettend veel leuke, goede, betrouwbare en interessante mensen mogen werken en misschien nog wel meer mogen ontmoeten. Na 2011 bleek het ondernemerschap een uitgelezen kans om toch weer te kunnen werken aangezien ik voor geen enkel bedrijf interessant was voor een dienstverband in verband met mijn fysieke beperkingen. Werk dat niet alleen een inkomen oplevert maar ook belangrijk is voor een stukje waardering. Ik ben iemand die zich graag nuttig maakt en de werkzaamheden die ik mag doen zijn een belangrijk aspect van een leven dat ik wil leven en dat een deel van mijn levensgeluk bepaald.

Dank aan al die opdrachtgevers waar ik voor mocht werken. Vaak kwam ik jarenlang regelmatig opdraven met veel plezier en kreeg zoals het in West-Friesland gebruikelijk is alleen verholen complimenten, maar dat was meer dan genoeg. Maar ook dank aan het thuisfront die zelden mopperde wanneer ik soms weken weinig thuis was. Al met al was het ondernemerschap een goede keus voor mij persoonlijk, dat me werk heeft opgeleverd wat ik zelf vooraf nooit had kunnen bedenken. Soms was het doorbijten maar door de bank genomen was het vooral heel leuk, uitdagend en ontzettend goed voor mijn persoonlijke ontwikkeling.

Oud worden

We willen bijna allemaal oud worden maar niet oud zijn. Dat is zo’n uitspraak waar ik nog wel eens aan denk als ik me weer eens stort op IT-oplossingen voor ouderen in het verzorgingshuis en me dus een middag bevind tussen de groep mensen die uiteindelijk oud geworden zijn en dat dagelijks aan den lijve ondervinden.

Daadwerkelijk oud zijn heeft zo zijn uitdagingen en iedereen gaat er op de eigen manier mee om. Het echte oud zijn begint volgens mij wanneer je dingen moet achterlaten waar je altijd aan gehecht was. Er is natuurlijk de lichamelijke achteruitgang maar ik denk dan als plattelander aan het verlies van een stuk vrijheid wanneer je rijbewijs niet verlengd wordt of misschien nog wel ingrijpender; je huis moeten verlaten waar je talloze jaren met veel plezier hebt gewoond, met daarbij een karrevracht aan bezittingen die niet mee kunnen naar de nieuwe plek. Dat zijn harde keuzes die je moet maken of voor je gemaakt worden. Echt oud zijn betekend vooral veel en snel inleveren.

De zorginstellingen in Nederland zijn in mijn ogen niet zo verkeerd, maar ik herinner me de bejaardenhuizen waar man en vrouw een appartementje toegewezen kregen, met een woonkamer, een aparte slaapkamer en een eigen keukenblok. Een manier van leven in een sociaal sterke omgeving, waar zelfstandigheid heel langzaam terugliep. Sociaal gezien hebben we met dat zolang mogelijk thuis wonen een flinke stap teruggezet en in mijn ogen vooral veel eenzaamheid gecreëerd en het hoofstuk zelfstandigheid verdwijnt in heel korte tijd als sneeuw voor de zon.

De ouderen die ik tegenkom tijdens mijn avonturen in de verzorgingshuizen leven hun leven zo goed als ze kunnen. Bijbehorende (fysieke) problemen zijn een deel van hun leven geworden en voor de een beter te dragen dan de ander. Oud zijn kan volgens mij best leuk zijn. Het is net hoe je omgaat met alles wat je moet inleveren.

Veganisme is als een religie

Veganisten benaderen hun ideeën over eten als een religie. Het gaat hier vooral over opvattingen waarvan ze vinden dat het zo is, zonder daar feitelijke bewijzen voor hebben. Iemand die in een God of een hiernamaals gelooft kan dit niet doen omdat er directe harde wetenschappelijke bewijzen zijn, maar omdat ze overtuigd zijn wat het gevoel hen ingeeft. Vaak geeft dat een houvast voor het leven en dat is prima. Een veganist doet in feite hetzelfde. Ze vertalen de gedachten en de gevoelens van dieren als het om pijn of verdriet gaat naar menselijke maatstaven. Net als met religies is hier geen bewijs voor, maar het laat de echte veganist zich beter voelen en ook dat is prima. Alles is gebaseerd op emotie.

Net als bij religies zijn er ook in de vega-wereld extremisten. Zij verenigen zich in cult-clubs als Wakker Dier, Eyes on Animals en in de politiek als de Partij voor de Dieren. Deze fanatieke veganisten doen of half Nederland geen vlees meer wil eten, terwijl het percentage veganisten echt heel klein is. Toch hameren deze mensen op het belang van het niet gebruiken van dieren, voor vlees of producten, zonder feitelijke onderbouwing. Hun ‘religie’ zweert de natuur af en denkt zelf te weten hoe de natuurlijke kringloop zou moeten werken en snappen niet hoe biodiversiteit optimaal werkt. Dieren en planten hebben elkaar nodig. Daar hoort vlees bij en dat doen we door dieren te houden om de nodige dierlijke eiwitten te produceren. Veeteelt is immers niet meer dan gecultiveerde jacht.

Het menselijk lichaam is al tienduizenden jaren aangepast op het eten van granen, groenten, fruit, vlees en vis. De eenvoudigste manier is om van alles dagelijks, of in elk geval regelmatig iets te eten. In het verleden hadden we de schijf van 5 en die zat er in mijn ogen niet zo ver naast. Vroeger waren de mensen zo gek nog niet. Eten is een natuurlijk proces dat je zo min mogelijk moet verstoren. Dierlijke eiwitten hebben hier een belangrijke plaats in. Het is niet voor niets dat mensen met een gezondheidsprobleem of kinderen in de groei het advies krijgen om vlees en zuivel te eten. Daar zitten stoffen in voor de spieropbouw en zeer specifieke vitamines.

Naast het belang van dierlijke eiwitten zie ik persoonlijk de milieuproblemen en de dieronvriendelijkheid niet. De milieudruk zou hoog zijn, maar kijkt iemand wel eens naar de mate van energie die nodig is voor de productie van margarines en vegaproducten? Laat staan de steeds verder woekerende productie van soja en aanverwante producten, die, in tegenstelling tot linkse berichtgeving, voor 95% geteeld wordt voor de mens. De veehouderij staat slechts garant voor het restproduct. Het veel genoemde dierenleed valt in Nederland reuze mee. Dieren krijgen te vaak menselijke eigenschappen toegedicht die in werkelijkheid niet aanwezig zijn. We verzorgen in ons land de dieren heel erg goed en slachten ze op een nette manier, zonder dat de dieren ook maar het besef hebben dat ze over 2 seconden dood zijn of pijn hebben. Reden genoeg om regelmatig een stukje vlees te eten, al is het alleen maar omdat de vleesvervangers voorlopig nog lang niet kunnen tippen aan de smaak en de voedingswaarde van een mooi stuk vlees.

De mens als plaagdier

Volgens een onlangs gepubliceerd onderzoek vindt de Nederlander biodiversiteit het belangrijkste item om aan te werken. Belangrijker nog dan bijvoorbeeld scholing. Biodiversiteit is zonder twijfel belangrijk. Voor mij is dit de sleutel waar alles in de natuur om draait. Alles, maar dan ook alles, hangt binnen een biotoop aan elkaar, van grotere zoogdieren, via de superbelangrijke insecten naar de algehele beplanting. Het ingenieuze van het systeem, dat wij natuur noemen is volgens mij de Nederlandse bevolking, die steeds verder van de natuur af staat, niet van doordrongen. Die natuur is al miljoenen jaren volgend. Wanneer de omgeving veranderd door verandering van temperatuur of door bebouwing zal de flora en fauna veranderen. Er zullen alleen soorten planten en dieren overblijven of bijkomen die goed passen in de veranderde omgeving. En alles is dan perfect op elkaar afgestemd.

Deze biodiversiteit in stand houden is een hele toer in ons overbevolkte landje. Dat wat natuur- en milieuorganisaties willen is eigenlijk niet mogelijk. Ze willen van alles maar wat ze doen is niet meer dan hovenieren in het groot. We maken in Nederland de natuur zoals we het hebben willen en hopen dan op de juiste soortenrijkdom. Maar het is druk in Nederland dus zijn er veel externe moeilijk beheersbare factoren, zoals luchtkwaliteit die dan ten koste van alles aangepakt moet worden. Is dat met de kennis die we nu hebben eigenlijk wel mogelijk? Of zullen we in dit dichtbevolkte gebied daar concessies aan moeten doen? Ik denk dat dit heel lastig is op onze plek in de wereld.

We hebben in de wereld namelijk te maken met een soort zoogdier, waarvan de aantallen razendsnel stijgen. De mensheid. Meer dan 7,5 miljard exemplaren telt onze soort en de aantallen groeien schrikbarend. Dat is het grootste probleem van de biodiversiteit in de wereld. Een soort die groeit en dus steeds meer ruimte en voedsel nodig heeft. Wanneer een soort groeit gaat dat in de natuur altijd ten koste van andere soorten. Zo zijn de wetten van moeder natuur en die kan de mensheid echt niet veranderen. Om een toekomst te hebben voor de volgende generaties zal, weliswaar langzaam, het aantal mensen in de wereld drastisch ingeperkt moeten worden, anders trappen we uiteindelijk alles zelf dood en zal alle broodnodige biodiversiteit verdwijnen. Ik vind het nog steeds een wonder dat je over het krimpen van de wereldbevolking eigenlijk nooit iets of iemand hoort.

Om de biodiversiteit tegemoet te komen en dan heb ik het nog niet over het direct redden van de situatie, maar eerst optimaliseren, en dat heeft veel tijd nodig, is er in mijn ogen één hele belangrijke optie: Stop allereerst de groei van de wereldbevolking. Er zijn veel te veel mensen op deze wereld en alles zal daarvoor moeten wijken, terwijl we niet zonder de natuur, zoals deze nu eenmaal werkt, kunnen. Daar ligt misschien een taak voor klimaatactiviste Greta ‘how dare you’ Thunberg, je weet wel, dat meisje met die vlecht die door milieuactivisten naar voren werd geschoven om de generatie voor haar, belerend toe te spreken over wat ze allemaal fout hebben gedaan. Ik zou Greta uit willen dagen haar eigen generatie er van te overtuigen dat ze niet meer kinderen krijgen dan dat er mensen sterven in de wereld, want daar ligt het begin van een oplossing die generaties lang gaat duren, maar de redding zal zijn voor de aarde. Daar zou ze voor ingezet moeten worden. De mens is het gevaarlijkste plaagdier van deze aarde. Ik zou zeggen: “Greta, I dare you!”